Deel uitmaken van een gezin waar één van je broers of zussen een handicap heeft, kan erg moeilijk en vaak stressvol zijn. Je vindt het misschien oneerlijk. Tegelijkertijd kan het ook een enorme inspiratiebron zijn en lonend werken.

Vaak lijkt het alsof je ouders veel te veel tijd met je broer of zus met PWS doorbrengen en dat je zelf te weinig aandacht krijgt. Je voelt je misschien gestraft omdat je niet kan eten wat je wilt, of omdat je op je zus of je broer moet passen.

Het lijkt allemaal niet eerlijk en dat is het ook niet! Het hele gezin zal zich moeten aanpassen en nieuwe vaardigheden en aanpassingen leren om broer of zus te helpen. Dit vereist veel liefde, begrip en geduld.

Ook je omgeving, je vrienden zullen het moeten leren begrijpen. Het is normaal dat er een soort haat-liefdeverhouding is met je broer/zus, net zoals het normaal is dat een hele hoop andere emoties hierin mee een rol spelen. Misschien kamp je ook zelf met problemen: moeilijkheden op school, opgroeiproblemen, conflicten met je ouders, verantwoordelijkheidsdruk, groepsdruk, acceptatieproblemen, …

Het is alles behalve eenvoudig.

Praat over dit alles met je ouders of met iemand die je vertrouwt. Krop je gevoelens niet op. Het kan belangrijk zijn om samen tot bepaalde inzichten te komen en samen dingen aan te pakken of te veranderen.