Door de complexe problematiek van het Prader-Willi syndroom en het relatief weinig voorkomen van deze aangeboren aandoening kan een lijst van kenmerken met bij horend puntensysteem helpen om de diagnose met meer zekerheid te stellen. Het scoresysteem is gebaseerd op een artikel van dr. Holm et al (Pediatrics 91, 398402, 1993)
Voor elk hoofdkenmerk wordt een punt toegekend, elk bijkomend kenmerk verhoogt het totaal met een half punt. Het vermoeden dat de diagnose Prader-Willi syndroom is neemt toe als één of meer ondersteunende kenmerken voorkomen.
Je hebt 5 punten (waarvan minstens 4 hoofdkenmerken) nodig voor de diagnose Prader-Willi syndroom bij kinderen van 0 tot 36 maanden en 8 punten (minstens 5 hoofdkenmerken) vanaf de leeftijd van 3 jaar.
Uit wat vooraf gaat, kan je opmaken dat niet alle kenmerken bij elke onderzochte persoon voorkomen. Ze komen ook niet telkens in dezelfde mate voor. Door ervaring kan een arts reeds op basis van een klinisch onderzoek de diagnose met vrij grote zekerheid stellen. Na het vermoeden van PWS kan men al heel snel uitsluitsel geven door genetisch onderzoek.